Trap niet in de goede-argumenten-valkuil, gebruik gedragswetenschap

17 juni 2024

Gemeenten willen op alle gebieden mensen aanzetten tot ander gedrag. En denken vaak: als we nu maar informatie geven en uitleggen waarom het echt beter is voor mensen, dan gaan ze het wel doen. Dus zetten ze hun prachtige taaltraining in de etalage met allerlei goede argumenten en dan…blijkt dat het helemaal niet storm loopt.

Vanuit de gedragswetenschap is goed te verklaren waarom dat zo is. Bijvoorbeeld door confirmation bias of in goed Nederlands: bevestigingsvooroordeel. Als iemand de overtuiging heeft: dit is niets voor mij, dan heeft hij de neiging vooral meer argumenten aan te voeren waarom dat zo is. Dus, als iemand denkt: goed leren lezen is niet voor mij weggelegd, komen jouw goede argumenten niet aan. Gedragswetenschapper Eva van den Broek benoemt ook het struisvogel-effect.


Mensen zijn groepsdieren


Zelfs al schets je wat iemand misloopt als hij niet goed kan lezen en schrijven zoals de kans op beter werk en zinvol meedoen in de maatschappij. Een deel van hen is daar niet gevoelig voor en steekt zijn kop in het zand.
Gelukkig kun je de kennis uit de gedragswetenschap ook gebruiken om mensen wél over de streep te halen. Zoals sociale bewijskracht en schaarste. Mensen zijn groepsdieren. Als we zien dat meer mensen iets doen, zijn we geneigd het ook te willen. Als het ene terras leeg is en er staat iemand te roepen: gratis drankjes en bij het andere staat een rij en een norse ober, zullen de meesten toch in de rij gaan staan. Want het moet wel geweldig zijn als iedereen het wil? En schaarste is het principe dat mensen helpt om snel te beslissen. Bijvoorbeeld: nog twee plekken vrij als je een hotelkamer wilt boeken. 


Hoe maak je er juist gebruik van?


Hoe kun je van deze principes gebruikmaken om mensen over te halen mee te doen aan je training?

  • Laat mensen zien die vooraf grote twijfels hadden of het iets voor ze zou zijn. Laat hen vertellen hoe blij ze zijn dat ze het hebben gedaan omdat ze er veel aan hebben gehad. 
  • Zet succesvolle cursisten in als ambassadeurs voor het programma
  • Laat tevreden deelnemers een review en een cijfer geven.
  • En laat zien dat het aantal plekken beperkt is, of bied iets extra’s voor snelle beslissers zoals gratis studiemateriaal. 


Hoe goed je aanbod ook is, ga er niet vanuit dat mensen zomaar komen. Benut de kennis uit de wetenschap om hen over de streep te halen. 


17 juni 2024
“Natuurlijk vind ik het belangrijk, maar ik heb zo weinig tijd,” zegt zo ongeveer iedereen die ik spreek. De opdracht is groot: laaggeletterden bereiken met cursusaanbod om hun kansen te verbeteren op alle gebieden. Vooral in kleine gemeenten heeft een beleidsadviseur soms maar 2 uur per week om hiermee bezig te zijn. Maar ook in grotere gemeenten is de tijd beperkt en zijn er zoveel andere taken die ook heel belangrijk zijn.
17 juni 2024
Als je echt impact wil maken met de aanpak van laaggeletterdheid, dan mag het geen losse paragraaf zijn in de plannen van meerdere beleidsafdelingen, maar moet je beginnen bij de inwoner en vanuit daar de lijntjes leggen met de verschillende beleidsterreinen. Als je daar begint, wordt integraal beleid maken veel logischer en makkelijker.
14 februari 2024
Hoe ga je van hulpvraag bij het IDO naar leervraag? Ben jij beleidsadviseur met laaggeletterdheid in je portefeuille of taalhuismedewerker? Dan wil ik je iets vragen. Hoe kan je mensen die hulp vragen bij internet, omgaan met computer en smartphone zover krijgen dat ze willen leren hoe ze hier zelf handiger in worden? Hoe weet jij of er behoefte is aan die zinvolle cursussen die jullie bieden zoals Digisterker en Klik & tik? En als iemand de naam ziet van een dergelijke cursus, snappen zij dan waar de cursus over gaat? Welke kansen zijn er om bezoekers van de hulppunten te motiveren om te leren? Om hier zicht op te krijgen, moet je met mensen in gesprek. Een thema waar je het over kunt hebben is wat mensen willen leren. Dan hoor je waar de behoefte ligt, maar ook welke woorden zij zelf gebruiken voor de dingen waar zij tegenaan lopen. Want wij hebben het vaak over gebrek aan digitale vaardigheden, maar dit zijn vast niet de woorden die de doelgroep zelf gebruikt. Die benoemen waarschijnlijk eerder de praktische dingen waar ze tegenaan lopen zoals: dat ze handiger willen worden in het gebruik van Google maps om de weg te vinden, of eindelijk dat online fotoboek willen maken. Een logische plek is het IDO In gesprek gaan dus, om erachter te komen hoe je hen kunt verleiden voor het aanbod. Een logische plek om dit te doen is het IDO, het informatiepunt digitale overheid. De mensen die hier komen om iets te vragen, hebben moeite met de digitale wereld. Hoe makkelijk is het om hen meteen te vragen, bijvoorbeeld aan iemand die komt voor hulp bij het invullen van een formulier: “Hoe zou het voor je zijn als je hier wat handiger in kan worden? Je kan hier allerlei leuke dingen leren in de bibliotheek.” Maar je kunt het ook creatiever aanpakken. Zelf heb ik samen met een aantal anderen met een soort Rad van Fortuin op de straat in Ede gestaan. Het rad is gemaakt door service designbureau Muzus. Op het rad stonden allerlei vragen op het gebied van wat je wil leren zoals: ken je mensen in je omgeving die iets aan het leren zijn? En waar kijk je graag naar op televisie? Dat leverde heel interessante gesprekken op. Zo’n rad heb je waarschijnlijk niet op zolder. Taalhuismedewerkers van bibliotheek Angstel, Vecht en Venen in de gemeente Stichtse Vecht bedachten hier het volgende op: zij schreven de vragen van het Rad op een groot vel genummerd en lieten voorbijgangers met een dobbelsteen gooien. Wees creatief En vraag het gewoon aan iedereen waar je mee in contact komt. Dat kan in de bibliotheek, in het gemeentehuis en op de markt. Maar dat kan ook een monteur zijn die je CV komt nakijken. Er zijn vast nog veel meer plekken die je kunt bedenken. Wees creatief! Wil je net als de bibliotheek Angstel, Vecht en Venen hier ook een masterclass in volgen? Mail mij op petra@socialeinnovatiestudio.nl