Blog Layout

Integraal beleid ingewikkeld? Als je bij de inwoner begint wordt het ineens heel logisch

17 juni 2024

Als je meer impact wil maken met de aanpak van laaggeletterdheid, is een integrale strategie noodzakelijk. Niet voor niets pleit de Rijksoverheid hiervoor. Maar hoe doe je dat? 


Als je echt impact wil maken met de aanpak van laaggeletterdheid, dan mag het geen losse paragraaf zijn in de plannen van meerdere beleidsafdelingen, maar moet je beginnen bij de inwoner en vanuit daar de lijntjes leggen met de verschillende beleidsterreinen. Als je daar begint, wordt integraal beleid maken veel logischer en makkelijker. 

Ter illustratie geef ik je een voorbeeld waaruit een integrale strategie voortkwam voor de arbeidsmarkt.


Uit één gesprek kwamen meerdere kansen om integraal te werken


Ik raakte in gesprek met een werkgever in de huishoudelijke hulp over laaggeletterdheid op de werkvloer. De medewerkers hadden moeite met de verschillende apps waarmee ze moesten werken om werktijd en reistijd vast te leggen. Hieruit ontstond het idee om hen te leren omgaan met de app in samenwerking met het ROC en taalhuismedewerkers. Om ervoor te zorgen dat dit goed aan zou sluiten, spraken we met twee medewerkers. Dit gesprek gaf meerdere kansen om integraal te werken. 

  • Persoonlijke ontwikkeling en personeelstekort in de zorg. Een vrouw vertelde “Mijn baas wil dat ik een opleiding volg, zodat ik mensen mag douchen. Maar dat ga ik niet doen want vroeger mocht ik dat gewoon.” Door het leerwerkloket aan te haken bij deze werkgever, kunnen we onderzoeken of zij niet gewoon een ervaringscertificaat kan halen. En zij is vast niet de enige. Dit is goed voor de ontwikkeling van de medewerker én de werkgever hoeft voor die taak geen extra medewerkers te werven.
  • Eenzame ouderen bereiken. Deze vrouwen vertelden hoeveel eenzame ouderen zij elke dag zien die zeggen: “Kan je niet even blijven voor een bakje koffie? Je bent de enige die ik zie deze week!” Wil je meer eenzame mensen bereiken, vraag eens wat deze medewerkers voor ideeën daarover hebben. 
  • Inwoners bereiken met lessen digitale vaardigheden. Deze medewerkers blijken ideale wervers te zijn voor nog meer inwoners die beter met de computer om willen gaan. Zo zei een van hen: “Mijn man hoorde dat ik hiermee bezig ben en wil eigenlijk ook wel iets leren. Kan dat?” En zij zien veel van hun klanten die ook niet handig zijn met de computer. De beste reclamemaker voor digitaallessen bij het taalhuis kan zomaar eens deze medewerker zijn. 
  • Meer digitaal vaardig op allerlei gebieden. Als je mensen digitaal vaardiger maakt bij iets dat aansluit bij hun behoefte, helpt dat hen ook bij andere dingen. Na de lessen begrijpen ze ook beter hoe ze digitaal een afspraak maken bij de huisarts of kunnen inchecken bij de zuilen op Schiphol. 


Kortom: bekijk je vraagstuk eens vanuit het perspectief van iemand vanuit je doelgroep. Dan zie je vanzelf integrale mogelijkheden.


17 juni 2024
“Natuurlijk vind ik het belangrijk, maar ik heb zo weinig tijd,” zegt zo ongeveer iedereen die ik spreek. De opdracht is groot: laaggeletterden bereiken met cursusaanbod om hun kansen te verbeteren op alle gebieden. Vooral in kleine gemeenten heeft een beleidsadviseur soms maar 2 uur per week om hiermee bezig te zijn. Maar ook in grotere gemeenten is de tijd beperkt en zijn er zoveel andere taken die ook heel belangrijk zijn.
17 juni 2024
Gemeenten willen op alle gebieden mensen aanzetten tot ander gedrag. En denken vaak: als we nu maar informatie geven en uitleggen waarom het echt beter is voor mensen, dan gaan ze het wel doen. Dus zetten ze hun prachtige taaltraining in de etalage met allerlei goede argumenten en dan…blijkt dat het helemaal niet storm loopt. Vanuit de gedragswetenschap is goed te verklaren waarom dat zo is.
14 februari 2024
Hoe ga je van hulpvraag bij het IDO naar leervraag? Ben jij beleidsadviseur met laaggeletterdheid in je portefeuille of taalhuismedewerker? Dan wil ik je iets vragen. Hoe kan je mensen die hulp vragen bij internet, omgaan met computer en smartphone zover krijgen dat ze willen leren hoe ze hier zelf handiger in worden? Hoe weet jij of er behoefte is aan die zinvolle cursussen die jullie bieden zoals Digisterker en Klik & tik? En als iemand de naam ziet van een dergelijke cursus, snappen zij dan waar de cursus over gaat? Welke kansen zijn er om bezoekers van de hulppunten te motiveren om te leren? Om hier zicht op te krijgen, moet je met mensen in gesprek. Een thema waar je het over kunt hebben is wat mensen willen leren. Dan hoor je waar de behoefte ligt, maar ook welke woorden zij zelf gebruiken voor de dingen waar zij tegenaan lopen. Want wij hebben het vaak over gebrek aan digitale vaardigheden, maar dit zijn vast niet de woorden die de doelgroep zelf gebruikt. Die benoemen waarschijnlijk eerder de praktische dingen waar ze tegenaan lopen zoals: dat ze handiger willen worden in het gebruik van Google maps om de weg te vinden, of eindelijk dat online fotoboek willen maken. Een logische plek is het IDO In gesprek gaan dus, om erachter te komen hoe je hen kunt verleiden voor het aanbod. Een logische plek om dit te doen is het IDO, het informatiepunt digitale overheid. De mensen die hier komen om iets te vragen, hebben moeite met de digitale wereld. Hoe makkelijk is het om hen meteen te vragen, bijvoorbeeld aan iemand die komt voor hulp bij het invullen van een formulier: “Hoe zou het voor je zijn als je hier wat handiger in kan worden? Je kan hier allerlei leuke dingen leren in de bibliotheek.” Maar je kunt het ook creatiever aanpakken. Zelf heb ik samen met een aantal anderen met een soort Rad van Fortuin op de straat in Ede gestaan. Het rad is gemaakt door service designbureau Muzus. Op het rad stonden allerlei vragen op het gebied van wat je wil leren zoals: ken je mensen in je omgeving die iets aan het leren zijn? En waar kijk je graag naar op televisie? Dat leverde heel interessante gesprekken op. Zo’n rad heb je waarschijnlijk niet op zolder. Taalhuismedewerkers van bibliotheek Angstel, Vecht en Venen in de gemeente Stichtse Vecht bedachten hier het volgende op: zij schreven de vragen van het Rad op een groot vel genummerd en lieten voorbijgangers met een dobbelsteen gooien. Wees creatief En vraag het gewoon aan iedereen waar je mee in contact komt. Dat kan in de bibliotheek, in het gemeentehuis en op de markt. Maar dat kan ook een monteur zijn die je CV komt nakijken. Er zijn vast nog veel meer plekken die je kunt bedenken. Wees creatief! Wil je net als de bibliotheek Angstel, Vecht en Venen hier ook een masterclass in volgen? Mail mij op petra@socialeinnovatiestudio.nl
Share by: